Aan alles komt een eind, zelfs aan een fietstocht van Cairo naar Kaapstad. Na de rustdag aan de Oranjerivier was het ook in Zuid-Afrika toch nog wel stevig doorfietsen. De campings aan de Atlantische kust (inclusief duik in de (erg frisse) oceaan, zie foto) waren een cadeautje aan het eind van de fietstocht door Afrika.
De laatste dag stond geheel in het teken van de feestelijke intocht in Kaapstad. Na een ongekend luxe lunch aan het strand ging het in convooi met een paar honderd plaatselijk fietsers richting Kaapstad en Greenpoint Stadion. En passent hebben we nog een paar nieuwe fietspaden geopend die (na 34 jr voorbereiding)zijn geopend en moeten bijdragen aan het groene imago van Kaapstad. De laatste kilometers langs het oude -nu toeristisch fraai ontwikkelde - havengebied richting Greenpoint Stadion met uitzicht op de Tafelberg waren mooi en indrukwekkend. De onvermijdelijke ceremonie duurde als altijd te lang, maar als Nederlandse delegatie hebben we zo hier en daar de ceremonie een beetje op eigen wijze ingekleurd (zie foto's, over wilde haren gesproken :-).
Rest de vraag wat de fietstocht door Afrika nu eigenlijk heeft opgeleverd. Het is niet eenvoudig om daar nu al een sluitend antwoord op te geven, maar bij deze tocht een eerste aanzet.
Wat overheerst is het gevoel van een bijzondere ervaring en rijkdom van zoveel landen, landschappen, volkeren en contacten met medefietsers van over de hele wereld.
Ik geloof niet dat mijn wereldbeeld door de reis ingrijpend is veranderd. Wel is het besef versterkt dat Afrika cultureel zo anders is, dat ons alle bescheidenheid past bij het bedenken van 'oplossingen' voor Afrikaanse vraagstukken. Over het belang van noodhulp, basisinfrastructuur en onderwijs bestaat wat mij betreft geen twijfel. Maar verder is het toch vooral aan Afrika zelf om - binnen de randvoorwaarden van eerlijke handel - de eigen politiek, sociaal en economische ontwikkeling vorm te geven. Een mooi voorbeeld is de recente rol van de Afrikaanse Unie bij de revolutie / burgeroorlog in Libië. De Unie heeft nog een lange weg te gaan. Maar het is 10x beter dat de Afrikaanse leiders daar zelf werken aan een oplossing, dan wanneer de NAVO daar met het nodige geweld een oplossing probeert te forceren. Ik verwacht dat de Afrikaanse Unie op lange termijn een belangrijke bijdrage kan leveren aan meer stabiliteit en daarmee een gestage ontwikkeling van het hele continent.
Op een heel ander niveau heeft de reis mij een gevoel van tevredenheid en verwondering opgeleverd over de fysieke grenzen van mijn eigen lichaam. Het is bijzonder om te zien wat het lichaam qua hitte, qua, inspanning et cetera allemaal aan kan zolang het maar voldoende rust, voeding en drinken krijgt. Dat ging niet zonder slag of stoot maar met wat aanpassingen tijdens de tour ben ik uiteindelijk gezond en wel (wel 7 kg lichter) weer in Nederland terug gekomen.
In praktische zin was ik heel tevreden over mijn keuze voor de mountainbike (Merida). Met slechts 4 lekke banden (Schwalbe Marathon XR), een paar keer versnellingen bijstellen en af en toe een nieuwe ketting / tandwielen is de reis eigenlijk probleemloos verlopen. De topper had 71 lekke banden, inclusief een lekke band tijdens de intocht in Kaapstad.
Bij een volgende tocht zal ik wel meer aandacht besteden aan de fietsbroeken (last minute aankoop van matige fietsbroeken) en het zadel (beter uitttesten met lange fietstochten). Maar ook op dat vlak heb ik eigenlijk geen serieuze problemen gehad.
Heel anders ging het met de tent, na 8 breuken van tentstokken werden de stokken steeds een stukje korter en de tent steeds een stukje kleiner. Deze is dan ook in Kaapstad achtergebleven.
Tenslotte wil ik jullie graag bedanken voor de interesse voor mijn avontuur door Afrika. Het bijwerken van de weblog was voor mij een leuke manier om mijn ervaringen vast te leggen en te delen. De reacties hebben mij op lastige momenten echt geholpen om door te gaan en zoveel mogelijk te genieten van alles wat zich onderweg aandiende.
woensdag 18 mei 2011
zondag 8 mei 2011
Oranjerivier (grens Namibië - Zuid-Afrika)
It ain’t over till the fat lady sings zeggen ze wel. Dat geldt zeker voor ons ritje door Namibië. In Windhoek was iedereen (inclusief mijzelf) al een beetje in de feeststemming. Nog ‘even’ door Namibië en dan nog een paar dagen Zuid-Afrika, piece of cake! Dat viel mee en tegen. Qua fietsen was het weer flink aanpoten, maar dat werd meer dan goed gemaakt door het landschap.
Qua fietsen was het weer als vanouds, 1000 km in 8 dagen (totaal is nu 10.900 km) grotendeels op gravelwegen is op zich al goed voor veel fietsplezier :-). Het wordt helemaal leuk als het dan ook nog een paar dagen flink gaat regenen. Dan ontstaan er ineens rivieren op de weg (foto) en hele wegen die in een modderpoel veranderen. Hoogtepunt was ons ritje naar Bethanie, 31 km gravel dat in de loop van de nacht in een zuigende modderpoel was veranderd. Waar we ’s nachts nog droomden van gemiddelden van 25 km/uur was de realiteit 11 km/uur en flink doortrappen. De koffie en appelgebak ik Bethanie aan het eind maakten veel goed. Een dag later stond het water een meter hoog op de weg en hebben we de ‘rivier’ (foto) moeten oversteken via de naastgelegen spoorbrug. Het slotstuk van deze week was een etappe van 169 km naar de grens met Zuid-Afrika. Eerst 125 km op gravel door de oneindige leegte van de woestijn (bij Fish River Canyon, foto). Aan het eind nog 45 km over asfalt, uiteraard wind tegen en heuvelop:-). Alles bij elkaar goed genoeg voor mijn langste dag op de fiets (9 uur) en een paar flink verzuurde bovenbenen.
Qua landschap is Namibië echt weergaloos. De eindloos uitgestrekte woestijn/steppes met de heuvel en canyons op de achtergrond zijn ronduit indrukwekkend (foto). Fietsen door dat landschap versterkt het gevoel van wijdsheid en desolaatheid. Om een indruk te geven, Namibië is groter dan Frankrijk en heeft circa 1,5 mln inwoners. Tot het eind van de eerste wereldoorlog is het een Duitse kolonie geweest om daarna onderdeel van Zuid-Afrika te worden. Sinds de jaren negentig is Namibië zelfstandig, maar de banden met Zuid-Afrika zijn nog steeds hecht. Zo is de Zuidafrikaanse ‘Rand’ ook in Namibië een geaccepteerd betaalmiddel, één op één gekoppeld aan de Namibië dollar.
Bij Fish River Canyon kampeerden we bij het Canyon Roadhouse, een voormalige werkplaats verbouwd tot restaurant met kampeerfaciliteiten. Wat dat betreft is Namibië echt een andere wereld. Ineens zijn er schone toiletten, warme douches en goede restaurants. Om het verleden van het Roadhouse duidelijk te maken zijn de tuin van het roadhouse en een deel van het restaurant volgebouwd met oude auto’s (vooral Chevrolet, foto).
Tot zover een laatste bericht uit Namibië, nog 5,5 dagen fietsen en dan zijn we in Kaapstad. Uiteraard dan meer over onze laatste fietsdagen en wellicht een eerste terugblik op de ‘oogst’ van vier maanden fietsen door Afrika.
Qua fietsen was het weer als vanouds, 1000 km in 8 dagen (totaal is nu 10.900 km) grotendeels op gravelwegen is op zich al goed voor veel fietsplezier :-). Het wordt helemaal leuk als het dan ook nog een paar dagen flink gaat regenen. Dan ontstaan er ineens rivieren op de weg (foto) en hele wegen die in een modderpoel veranderen. Hoogtepunt was ons ritje naar Bethanie, 31 km gravel dat in de loop van de nacht in een zuigende modderpoel was veranderd. Waar we ’s nachts nog droomden van gemiddelden van 25 km/uur was de realiteit 11 km/uur en flink doortrappen. De koffie en appelgebak ik Bethanie aan het eind maakten veel goed. Een dag later stond het water een meter hoog op de weg en hebben we de ‘rivier’ (foto) moeten oversteken via de naastgelegen spoorbrug. Het slotstuk van deze week was een etappe van 169 km naar de grens met Zuid-Afrika. Eerst 125 km op gravel door de oneindige leegte van de woestijn (bij Fish River Canyon, foto). Aan het eind nog 45 km over asfalt, uiteraard wind tegen en heuvelop:-). Alles bij elkaar goed genoeg voor mijn langste dag op de fiets (9 uur) en een paar flink verzuurde bovenbenen.
Qua landschap is Namibië echt weergaloos. De eindloos uitgestrekte woestijn/steppes met de heuvel en canyons op de achtergrond zijn ronduit indrukwekkend (foto). Fietsen door dat landschap versterkt het gevoel van wijdsheid en desolaatheid. Om een indruk te geven, Namibië is groter dan Frankrijk en heeft circa 1,5 mln inwoners. Tot het eind van de eerste wereldoorlog is het een Duitse kolonie geweest om daarna onderdeel van Zuid-Afrika te worden. Sinds de jaren negentig is Namibië zelfstandig, maar de banden met Zuid-Afrika zijn nog steeds hecht. Zo is de Zuidafrikaanse ‘Rand’ ook in Namibië een geaccepteerd betaalmiddel, één op één gekoppeld aan de Namibië dollar.
Bij Fish River Canyon kampeerden we bij het Canyon Roadhouse, een voormalige werkplaats verbouwd tot restaurant met kampeerfaciliteiten. Wat dat betreft is Namibië echt een andere wereld. Ineens zijn er schone toiletten, warme douches en goede restaurants. Om het verleden van het Roadhouse duidelijk te maken zijn de tuin van het roadhouse en een deel van het restaurant volgebouwd met oude auto’s (vooral Chevrolet, foto).
Tot zover een laatste bericht uit Namibië, nog 5,5 dagen fietsen en dan zijn we in Kaapstad. Uiteraard dan meer over onze laatste fietsdagen en wellicht een eerste terugblik op de ‘oogst’ van vier maanden fietsen door Afrika.
donderdag 28 april 2011
Windhoek (Namibië)
Afgelopen week stondweer helemaal in het teken van het fietsen. Er waren ook nog wat problemen met visa aan de grens met Namibië (daarover later meer), maar met 825 km in 5 dagen (inderdaad 165 km/dag) was vooraf wel duidelijk dat het deze week vooral over het fietsen zou gaan.
De eerste dag was nog een opwarmertje met 140 km. De tweede dag stonden 160 km op het programma inclusief en ploegentijdrit over 40 km. Mijn fiets (mountainbike) en fietsconditie waren helaas niet toereikend om in het Nederlandse team te worden opgenomen. Toen ben ik maar voor de meute uitgefietst om finishfoto’s te kunnen maken. Er was geen vaste starttijd afgesproken, dus om zeker te weten dat ik als eerste bij de finish was heb ik er ook maar een tijdritje van gemaakt. Uiteindelijk ben ik in 1.17 gefinisht, net 5 minuten voor het (eerste) Deens team en dus net op tijd voor de foto’s. Het Nederlandse team (Bram, Bastiaan, Hendry en Bram) heeft uiteindelijk glansrijk gewonnen in 56 minuten met team USA op 2 (1.01) en team Canada (1.03) op plaats drie. Leuk om te doen zo’n tijdritje en het breekt de sleur van de tour een beetje.
De dag erna stond de langste etappe van de tour op het programma. 207 km, vlak, wind mee in de ochtend, tegenwind en flink wat regen in de middag. Mijn vaste fietsmaatje Shurez (Trinidad) was niet zo in vorm dus dat leverde mij veel kopwerk op. De dag eindigde bij de grens met Namibië, letterlijk en figuurlijk, want ondanks verschillende pogingen was de dame ter plaatse niet bereid Shurez een visum te verstrekken. De baas was vanwege de paasdagen niet aanwezig, dus er zat voor Shurez niets anders op dan te kamperen aan de grens en het de volgende dag weer proberen. Die ochtend zijn we met een groepje rijders en Sharita (tourleider) weer naar de grens gegaan. Na eindeloze pogingen (telefonisch) via het consulaat in Kaapstad, de immigratiedienst in Windhoek en op het vliegveld hebben we om 11.30 uur de handdoek in de ring moeten gooien en Shurez achter moeten laten. De enige mogelijkheid voor een visum was naar Gaberone afreizen en daar bij de ambassade een visum regelen. Dat betekent wel 800 km in de bus naar Gaberone en vervolgens nog 300 km in de bus naar Windhoek en dus geen tijd om te fietsen! Daar baalt Shurez verschrikkelijk van want tot nu toe had hij alles nog gefietst (EFI, Every Fucking Inch, in Tour d’Afrique termen). Ik hoop dat hij vandaag weer aansluit en mee kan fietsen richting Kaapstad. Helaas moest ik die dag nog 160 km fietsen, dus dat werd weer en lange tijdrit, alles wind tegen en hier en daar een bui. Uiteindelijk moest ik 15 km voor de finish stoppen omdat het echt te donker werd om verder te rijden. Om het fietsfeest compleet te maken heb ik de laatste dag meegefietst met de racers. Om een lang verhaal kort te maken, mijn dijbenen voelden aan het eind van die dag als beton, elke trap heuvelop deed pijn. De laatste kilometers richting Windhoek waren qua landschap wel weer een verademing met prachtige heuvels en schitterende vergezichten.
Ma goed met de 825 km van afgelopen week komt de finish nu wel echt dichtbij. Nog 8 dagen gravelwegen in Namibië (volgens Sharita het mooiste deel van de tour) en dan nog 6 dagen vlak asfalt in Zuid-Afrika. Maar goed nu eerst goed eten, alle praktische dingen regelen en zorgen dat ik klaar ben voor de volgende week. Met de kilometers van afgelopen wek en een avondje stappen in Windhoek is enig herstel wel dringend nodig.
De eerste dag was nog een opwarmertje met 140 km. De tweede dag stonden 160 km op het programma inclusief en ploegentijdrit over 40 km. Mijn fiets (mountainbike) en fietsconditie waren helaas niet toereikend om in het Nederlandse team te worden opgenomen. Toen ben ik maar voor de meute uitgefietst om finishfoto’s te kunnen maken. Er was geen vaste starttijd afgesproken, dus om zeker te weten dat ik als eerste bij de finish was heb ik er ook maar een tijdritje van gemaakt. Uiteindelijk ben ik in 1.17 gefinisht, net 5 minuten voor het (eerste) Deens team en dus net op tijd voor de foto’s. Het Nederlandse team (Bram, Bastiaan, Hendry en Bram) heeft uiteindelijk glansrijk gewonnen in 56 minuten met team USA op 2 (1.01) en team Canada (1.03) op plaats drie. Leuk om te doen zo’n tijdritje en het breekt de sleur van de tour een beetje.
De dag erna stond de langste etappe van de tour op het programma. 207 km, vlak, wind mee in de ochtend, tegenwind en flink wat regen in de middag. Mijn vaste fietsmaatje Shurez (Trinidad) was niet zo in vorm dus dat leverde mij veel kopwerk op. De dag eindigde bij de grens met Namibië, letterlijk en figuurlijk, want ondanks verschillende pogingen was de dame ter plaatse niet bereid Shurez een visum te verstrekken. De baas was vanwege de paasdagen niet aanwezig, dus er zat voor Shurez niets anders op dan te kamperen aan de grens en het de volgende dag weer proberen. Die ochtend zijn we met een groepje rijders en Sharita (tourleider) weer naar de grens gegaan. Na eindeloze pogingen (telefonisch) via het consulaat in Kaapstad, de immigratiedienst in Windhoek en op het vliegveld hebben we om 11.30 uur de handdoek in de ring moeten gooien en Shurez achter moeten laten. De enige mogelijkheid voor een visum was naar Gaberone afreizen en daar bij de ambassade een visum regelen. Dat betekent wel 800 km in de bus naar Gaberone en vervolgens nog 300 km in de bus naar Windhoek en dus geen tijd om te fietsen! Daar baalt Shurez verschrikkelijk van want tot nu toe had hij alles nog gefietst (EFI, Every Fucking Inch, in Tour d’Afrique termen). Ik hoop dat hij vandaag weer aansluit en mee kan fietsen richting Kaapstad. Helaas moest ik die dag nog 160 km fietsen, dus dat werd weer en lange tijdrit, alles wind tegen en hier en daar een bui. Uiteindelijk moest ik 15 km voor de finish stoppen omdat het echt te donker werd om verder te rijden. Om het fietsfeest compleet te maken heb ik de laatste dag meegefietst met de racers. Om een lang verhaal kort te maken, mijn dijbenen voelden aan het eind van die dag als beton, elke trap heuvelop deed pijn. De laatste kilometers richting Windhoek waren qua landschap wel weer een verademing met prachtige heuvels en schitterende vergezichten.
Ma goed met de 825 km van afgelopen week komt de finish nu wel echt dichtbij. Nog 8 dagen gravelwegen in Namibië (volgens Sharita het mooiste deel van de tour) en dan nog 6 dagen vlak asfalt in Zuid-Afrika. Maar goed nu eerst goed eten, alle praktische dingen regelen en zorgen dat ik klaar ben voor de volgende week. Met de kilometers van afgelopen wek en een avondje stappen in Windhoek is enig herstel wel dringend nodig.
vrijdag 22 april 2011
Maun (Botswana)
Alweer een weekje verder en de kilometers vliegen in hoog tempo voorbij. Afgelopen week weer 800 km weggetikt in vijf dagen. Totaal zitten we nu ruim boven de 9.000 km, dus nog en kleine 3.000 km te gaan in de laatste drie weken. De tocht vanaf Livingstone was niet echt spannend, vlak, met en weinig veranderend landschap en de ‘Olifant snelweg´ door Botswana heeft zijn faam niet helemaal waargemaakt. Sommigen hebben wel een paar olifanten gezien, maar volgens de ´boswachter´ moeten er in het gebied dat we gepasseerd hebben tienduizenden zitten. Maar goed dat we bij Kasane zelf een safari hebben georganiseerd op de Chobe, een zijrivier van de Zambezi (zie foto´s). Een tochtje op het water is voor mij altijd goed, maar als dan ook nog de halve dierentuin op een presenteerblaadje voorbij komt… Voor de volledigheid heb ik ook nog een paar foto´s van de Victoria Watervallen bijgevoegd.
De safaritripjes zijn een welkome afleiding voor degenen die al vanaf Cairo op de fiets zitten. De nieuwe rijders zijn trouwens ook een aanwinst voor de groep. Het zijn vaak vrienden van groepsgenoten, dus de integratie verloopt over het algemeen soepel. En de frisse geesten zorgen meteen voor een opleving in de groep.
Met al dat gefiets van afgelopen week zijn we inmiddels in Maun, aan de rand van de Okavango Delta aangekomen. Voor vanmiddag staat een rondvlucht boven de Delta op het programma. Met de ervaring van Victoria Falls nog vers in het geheugen, volgens mij een mooie manier om snel een indruk te krijgen van de Delta. Nu alleen nog hopen dat het zonnetje echt door de wolken breekt. Dan komen ook de faciliteiten (zwembad) van onze laatste ´camping´ beter tot hun recht. We hebben af en toe nog wel eens een kampeerplek in de middle of nowhere, maar meestal hebben we tegenwoordig warme douches, internet, zwembad et cetera.
Ondertussen gaat de race ook nog steeds door. Paul Wolfe (oud prowielrenner, 55) staat al vanaf het begin bovenaan. En met het wegvallen van de nummer twee (Paul Spencer, 30) door malaria is z´n positie onaantastbaar geworden. De beide Paul´s waren echt 100% gefocussed op de race qua voorbereiding, voeding en manier van rijden. Vooral Paul Wolfe heeft geen trap teveel gedaan en tot ergernis van de mederacers vaak achter aan de groep gehangen (in vaktermen, andermans bordje leeg eten) om dan aan het eind toe te slaan. Niet echt leuk misschien, maar ja, als je echt wilt racen dan horen die spelltjes er gewoon bij denk ik dan maar. De gesprekken over tactiek en strategie zijn wel vermakelijk . Tot nu toe is Paul Wolfe een meester in de verdeel en heers techniek en daarmee steeds de lachende derde. Tot zover een bericht uit Maun. Over vijf (fiets)dagen zitten we alweer in Windhoek (Nambie).
De safaritripjes zijn een welkome afleiding voor degenen die al vanaf Cairo op de fiets zitten. De nieuwe rijders zijn trouwens ook een aanwinst voor de groep. Het zijn vaak vrienden van groepsgenoten, dus de integratie verloopt over het algemeen soepel. En de frisse geesten zorgen meteen voor een opleving in de groep.
Met al dat gefiets van afgelopen week zijn we inmiddels in Maun, aan de rand van de Okavango Delta aangekomen. Voor vanmiddag staat een rondvlucht boven de Delta op het programma. Met de ervaring van Victoria Falls nog vers in het geheugen, volgens mij een mooie manier om snel een indruk te krijgen van de Delta. Nu alleen nog hopen dat het zonnetje echt door de wolken breekt. Dan komen ook de faciliteiten (zwembad) van onze laatste ´camping´ beter tot hun recht. We hebben af en toe nog wel eens een kampeerplek in de middle of nowhere, maar meestal hebben we tegenwoordig warme douches, internet, zwembad et cetera.
Ondertussen gaat de race ook nog steeds door. Paul Wolfe (oud prowielrenner, 55) staat al vanaf het begin bovenaan. En met het wegvallen van de nummer twee (Paul Spencer, 30) door malaria is z´n positie onaantastbaar geworden. De beide Paul´s waren echt 100% gefocussed op de race qua voorbereiding, voeding en manier van rijden. Vooral Paul Wolfe heeft geen trap teveel gedaan en tot ergernis van de mederacers vaak achter aan de groep gehangen (in vaktermen, andermans bordje leeg eten) om dan aan het eind toe te slaan. Niet echt leuk misschien, maar ja, als je echt wilt racen dan horen die spelltjes er gewoon bij denk ik dan maar. De gesprekken over tactiek en strategie zijn wel vermakelijk . Tot nu toe is Paul Wolfe een meester in de verdeel en heers techniek en daarmee steeds de lachende derde. Tot zover een bericht uit Maun. Over vijf (fiets)dagen zitten we alweer in Windhoek (Nambie).
zaterdag 16 april 2011
Livingstone (Zambia, Victoria Watervallen)
Na een paar dagen doorfietsen vanuit Lusaka zijn we gisteren (14/4) aangekomen in Livingstone aan de Zambiaanse kan van de Victoria Watervallen. In 1992 heb ik samen met Tjerk (zie bericht vanuit Arusha) de watervallen al eens vanuit Zimbabwe bekeken. Toen was het meeste toerisme vanuit Zimbabwe georganiseerd. Twintig jaar later is er sprake van een omgekeerde wereld. Door het beleid van Mugabe zijnde meest toeristen aan de overkant weggejaagd en is het toerisme aan de Zambiaanse kant opgebloeid.
Livingstone is nu voor Afrikaanse begrippen een moderne en mooie stad met allerlei voorzieningen, inclusief de Waterfront Lodge waar wij verblijven. Terrasje aan het water met uitzicht op de waterdampen die opstijgen vanuit de watervallen (zie foto), er zijn erger dingen in het leven. En geheel tegen mijn gewoonte in heb ik mij later verleiden om vanmiddag met een helikopter een ritje te gaan maken boven de watervallen. Ben benieuwd hoe dat eruit gaat zien.
(Inmiddels ben ik een dag verder en een helikopterrit rijker. In alle opzichten een fantastisch tripje langs en over de watervallen. Vandaag nog even op de fiets de watervallen van dichtbij bekijken en dan morgen door richting Botswana)
Ondertussen zijn we in vele opzichten ook als groep weer een week verder. De regentijd hebben we nu wel echt achter ons gelaten, de kilometers vliegen voorbij en de finish komt in zicht De sfeer is dan ook aardig opgeklaard (ook bij mij, met dank voor de bemoedigende woorden via de weblog, mail en telefoon) en het gemopper van de afgelopen weken is weer verdwenen. De komende weken worden ook wel weer interessant omdat er vanaf morgen maar liefst 13 nieuwe rijders en stukje mee gaan rijden. Ben benieuwd hoe die zich een plekje in de groep gaan veroveren en hoe ze de lange etappes in Botswana (tot 210 km) zo fris van de lever doorkomen. We gaan het zien.
In het kader van de balorigheid van de afgelopen weken heb ik zelf nog een poging gedaan om mijn laatste wilde haren kwijt te raken (zie foto). Eerdere pogingen in Egypte en Ethiopië waren niet helemaal gelukt, maar deze keer was het resultaat helemaal naar wens :-) Inmiddels is de eerste hergroei alweer zichtbaar en het is niet helemaal uitgesloten dat daar tocht weer en paar wilde haren bij zitten.
Zambia is ook één van de weinige landen die we doorkruist hebben, waar het spoorwegennet nog redelijk functioneert. De brug bij de watervallen was ooit een belangrijke schakel in de beoogde van Zuid-Afrika naar Egypte. Voor Zambia is de spoorlijn via Tanzania naar Dar es Salaam van groot belang voor de export. Naast goederen is ook personenvervoer redelijk georganiseerd. Livingstone heeft een (relatief) modern station en een spoorwegmuseum. Daar ga ik morgen even kijken. Daarna gaat het weer door in stevig tempo richting Maun (Botswana). Vanuit Maun gaan we een kijkje nemen in de Okavango Delta.
Livingstone is nu voor Afrikaanse begrippen een moderne en mooie stad met allerlei voorzieningen, inclusief de Waterfront Lodge waar wij verblijven. Terrasje aan het water met uitzicht op de waterdampen die opstijgen vanuit de watervallen (zie foto), er zijn erger dingen in het leven. En geheel tegen mijn gewoonte in heb ik mij later verleiden om vanmiddag met een helikopter een ritje te gaan maken boven de watervallen. Ben benieuwd hoe dat eruit gaat zien.
(Inmiddels ben ik een dag verder en een helikopterrit rijker. In alle opzichten een fantastisch tripje langs en over de watervallen. Vandaag nog even op de fiets de watervallen van dichtbij bekijken en dan morgen door richting Botswana)
Ondertussen zijn we in vele opzichten ook als groep weer een week verder. De regentijd hebben we nu wel echt achter ons gelaten, de kilometers vliegen voorbij en de finish komt in zicht De sfeer is dan ook aardig opgeklaard (ook bij mij, met dank voor de bemoedigende woorden via de weblog, mail en telefoon) en het gemopper van de afgelopen weken is weer verdwenen. De komende weken worden ook wel weer interessant omdat er vanaf morgen maar liefst 13 nieuwe rijders en stukje mee gaan rijden. Ben benieuwd hoe die zich een plekje in de groep gaan veroveren en hoe ze de lange etappes in Botswana (tot 210 km) zo fris van de lever doorkomen. We gaan het zien.
In het kader van de balorigheid van de afgelopen weken heb ik zelf nog een poging gedaan om mijn laatste wilde haren kwijt te raken (zie foto). Eerdere pogingen in Egypte en Ethiopië waren niet helemaal gelukt, maar deze keer was het resultaat helemaal naar wens :-) Inmiddels is de eerste hergroei alweer zichtbaar en het is niet helemaal uitgesloten dat daar tocht weer en paar wilde haren bij zitten.
Zambia is ook één van de weinige landen die we doorkruist hebben, waar het spoorwegennet nog redelijk functioneert. De brug bij de watervallen was ooit een belangrijke schakel in de beoogde van Zuid-Afrika naar Egypte. Voor Zambia is de spoorlijn via Tanzania naar Dar es Salaam van groot belang voor de export. Naast goederen is ook personenvervoer redelijk georganiseerd. Livingstone heeft een (relatief) modern station en een spoorwegmuseum. Daar ga ik morgen even kijken. Daarna gaat het weer door in stevig tempo richting Maun (Botswana). Vanuit Maun gaan we een kijkje nemen in de Okavango Delta.
maandag 11 april 2011
Lusaka (Zambia)
Zoals aangekondigd hebben we afgelopen wek flink doorgekacheld. Met 140 km per dag gemiddeld schiet het lekker op. We zitten inmiddels dichtbij de 8000 km. Nog drie dagen fietsen en dan zitten we bij de Victoria Watervallen. Weer iets om naar uit te kijken.
Het landschap in Zambia was niet al te spectaculair. Een voortzetting van Malawi met veel landbouw (vooral mais), lagere heuvels en veel groen. Al heeft de beleving van saaiheid er natuurlijk ook wel mee te maken dat we al 12 weken onderweg zijn en de harde schijf een beetje vol begint te raken met nieuwe indrukken. Ondanks dat hebben de wisselende luchten af en toe voor spectaculaire plaatje gezorgd zoals op bijgaande foto.
Qua groepsdynamica was het wel weer een interessante week. Met af en toe een buitje, aanhoudende vermoeidheid en hier en daar een zieke liepen de irritaties de afgelopen week wel eens een beetje op. Ruzie over stoeltjes, een plekje in de rij voor het eten, klagen over de kwaliteit van de lunch of de gebrekkigheid van de route-informatie. Het hoort er kennelijk allemaal bij in deze fase van de tocht. De organisatie denkt dat op te lossen door eenvoudigweg het klagen te verbieden. Een beetje kort door de bocht. Een beetje afleiding (foto van mijn fietsmaatje Shurez uit Trinidad en Tobago) en elkaar aanspreken op de gezamenlijke verantwoordelijkheid om er een mooie tocht van te maken lijkt mij een beter idee. Maar eerlijk is eerlijk zelf had ik de afgelopen week ook wel eens de neiging om het eerste vliegtuig naar huis te nemen. Het valt niet altijd mee om in het strakke regime van een groep van 80 mensen mee te moeten gaan. Maar goed naar huis vliegen kan altijd nog en één ding is zeker, over vijf weken is dit avontuur afgelopen, dus ik kan er maar beter nog een paar weken van genieten. Beauty is in the eye of the beholder, dus daar hou ik mij aan! Een telefoontje naar Nederland of Congo en een opbeurend mailtje wil dan ook nog wel eens helpen :-)
Fysiek gaat het ondertussen prima. De extra maaltijden hebben mijn krachten weer helemaal terug gebracht en ik ben weer lekker aan het fietsen. Ik zal de extra maaltijden er voorlopig maar in houden, wie weet kan ik de komende weken dan ook nog een paar kilo´s terugpakken. Wat ook helpt is dat de etappes op asfalt minder zwaar zijn. Zelfs op de altijd pittige mandodagen (verplichte racedagen voor de racers) was ik na 150 km al om 14.00 uur binnen. Dat is ook wel eens een paar uur later geweest.
Gister al en beetje Lusaka verkend, boodschapjes gedaan en (hand)wasje gedraaid. Vandaag verder een beetje rondkijken en misschien nog een bezoekje aan de bamboe-fietsenfabriek.
Het landschap in Zambia was niet al te spectaculair. Een voortzetting van Malawi met veel landbouw (vooral mais), lagere heuvels en veel groen. Al heeft de beleving van saaiheid er natuurlijk ook wel mee te maken dat we al 12 weken onderweg zijn en de harde schijf een beetje vol begint te raken met nieuwe indrukken. Ondanks dat hebben de wisselende luchten af en toe voor spectaculaire plaatje gezorgd zoals op bijgaande foto.
Qua groepsdynamica was het wel weer een interessante week. Met af en toe een buitje, aanhoudende vermoeidheid en hier en daar een zieke liepen de irritaties de afgelopen week wel eens een beetje op. Ruzie over stoeltjes, een plekje in de rij voor het eten, klagen over de kwaliteit van de lunch of de gebrekkigheid van de route-informatie. Het hoort er kennelijk allemaal bij in deze fase van de tocht. De organisatie denkt dat op te lossen door eenvoudigweg het klagen te verbieden. Een beetje kort door de bocht. Een beetje afleiding (foto van mijn fietsmaatje Shurez uit Trinidad en Tobago) en elkaar aanspreken op de gezamenlijke verantwoordelijkheid om er een mooie tocht van te maken lijkt mij een beter idee. Maar eerlijk is eerlijk zelf had ik de afgelopen week ook wel eens de neiging om het eerste vliegtuig naar huis te nemen. Het valt niet altijd mee om in het strakke regime van een groep van 80 mensen mee te moeten gaan. Maar goed naar huis vliegen kan altijd nog en één ding is zeker, over vijf weken is dit avontuur afgelopen, dus ik kan er maar beter nog een paar weken van genieten. Beauty is in the eye of the beholder, dus daar hou ik mij aan! Een telefoontje naar Nederland of Congo en een opbeurend mailtje wil dan ook nog wel eens helpen :-)
Fysiek gaat het ondertussen prima. De extra maaltijden hebben mijn krachten weer helemaal terug gebracht en ik ben weer lekker aan het fietsen. Ik zal de extra maaltijden er voorlopig maar in houden, wie weet kan ik de komende weken dan ook nog een paar kilo´s terugpakken. Wat ook helpt is dat de etappes op asfalt minder zwaar zijn. Zelfs op de altijd pittige mandodagen (verplichte racedagen voor de racers) was ik na 150 km al om 14.00 uur binnen. Dat is ook wel eens een paar uur later geweest.
Gister al en beetje Lusaka verkend, boodschapjes gedaan en (hand)wasje gedraaid. Vandaag verder een beetje rondkijken en misschien nog een bezoekje aan de bamboe-fietsenfabriek.
dinsdag 5 april 2011
Lilongwe (Malawi)
Weer wat geleerd! Ik heb bijna drie maanden gedacht dat ik met drie flinke maaltijden per dag wel voldoende calorieën binnen zou krijgen. Maar een week geleden werd duidelijk dat de vetreserves nu echt op zijn. Na zeven dagen heuvel op heuvel af zakte het tempo vrij dramatisch. En de opmerkingen over mijn gewichtsverlies bleven ook aanhouden.
l met al is wel duidelijk geworden en dat er meer calorieën nodig zijn om het lijf in conditie te houden. Na een paar dagen met een extra maaltijd rond 16.00 uur kwamen de krachten weer terug. Het gewicht zal nog wel even aan de lage kant blijven maar er zijn nog altijd wel zo’n 80 kg Peter over :-)
Ondertussen zijn we in Lilongwe (Malawi) aangekomen. Na een pittige klim vanuit Mbeya belanden we in een onwaarschijnlijk groen gebied met bananen, thee en verderop in het land heel veel tabak.
Na alle spannende offroad-tochten in Tanzania is het fietsen op asfalt in Malawi bijna saai te noemen. Het landschap is prachtig (foto) maar de uitdaging ontbreekt een beetje. Wel weer goed om een beetje bij te komen, met het oog op de 5000 km die we nog te gaan hebben. Een dagje kamperen aan Lake Malawi was wel erg relaxed, beetje uitwaaien, beetje op het strand rondhangen en genieten van een koud biertje en goed eten. Daarna zijn we in vier dagen strak naar Lilongwe gefietst, waar we weer twee rustdagen hebben.
Vanaf nu zijn de etappes wat langer en de landen wat kleiner, dus we schieten nu vrij snel via Zambia (Lusaka, Victoria Watervallen), Botswana (Okavango Delta) naar Namibië (bij Windhoek linksaf) naar Zuid-Afrika. Het vaste ritme is nu echt zodanig routine geworden dat het wel weer even wennen zal zijn om terug in het Nederlandse ritme te schieten. Vanochtend bijvoorbeeld was iedereen ondanks de rustdag op 6.00 uur op (dat is uitslapen, we staan meestal rond 5.00 op) en stond om 7.00 uur te trappelen voor de ingang van de ontbijtzaal. Gelukkig hebben ze hier ervaring met de TDA-groep, dus binnen een half uur had iedereen zijn ontbijt.
In Lilongwe is verder niet zoveel te zien of te doen, dus dat wordt een rustig dagje met misschien wel als hoogtepunt het uitdelen van 60 fietsen aan drie organisaties. CPAR (Canadese Hulp organisatie), Partners in Health (Gezondheidsorganisatie) en Emmanuel International krijgen elk 20 fietsen. OP die manier kunnen de artsen/verpleegsters en voorlichters veel meer mensen per dag bereiken en zo bijdragen aan en betere gezondheid van de mensen in Zuid-Malawi. OP de foto de vertegen-woordigers van CPAR (links) en Afrobikes (rechts). Afrobikes is de organisatie die de fietsen importeert en waar nodig aanpast aan de lokale omstandigheden.
Misschien een goed moment om iets te vertellen over het geld dat jullie bij elkaar gebracht hebben. Alles bij elkaar is er zo’n 3.600 Euro binnengekomen, goed voor zo’n 45 fietsen. Voor wie de schoen past, allemaal hartelijk bedankt voor jullie bijdrage! Ik heb geprobeerd het geld direct aan één project te koppelen, maar dat is niet gelukt. Het geld maakt nu deel uit van het fonds van de Tour d’Afrique organisatie en wordt gebruikt om op verschillende momenten tijdens de tour fietsen uit te delen. Het blijft leuk om te zien wat je allemaal kunt doen met een fiets in Afrika!
l met al is wel duidelijk geworden en dat er meer calorieën nodig zijn om het lijf in conditie te houden. Na een paar dagen met een extra maaltijd rond 16.00 uur kwamen de krachten weer terug. Het gewicht zal nog wel even aan de lage kant blijven maar er zijn nog altijd wel zo’n 80 kg Peter over :-)
Ondertussen zijn we in Lilongwe (Malawi) aangekomen. Na een pittige klim vanuit Mbeya belanden we in een onwaarschijnlijk groen gebied met bananen, thee en verderop in het land heel veel tabak.
Na alle spannende offroad-tochten in Tanzania is het fietsen op asfalt in Malawi bijna saai te noemen. Het landschap is prachtig (foto) maar de uitdaging ontbreekt een beetje. Wel weer goed om een beetje bij te komen, met het oog op de 5000 km die we nog te gaan hebben. Een dagje kamperen aan Lake Malawi was wel erg relaxed, beetje uitwaaien, beetje op het strand rondhangen en genieten van een koud biertje en goed eten. Daarna zijn we in vier dagen strak naar Lilongwe gefietst, waar we weer twee rustdagen hebben.
Vanaf nu zijn de etappes wat langer en de landen wat kleiner, dus we schieten nu vrij snel via Zambia (Lusaka, Victoria Watervallen), Botswana (Okavango Delta) naar Namibië (bij Windhoek linksaf) naar Zuid-Afrika. Het vaste ritme is nu echt zodanig routine geworden dat het wel weer even wennen zal zijn om terug in het Nederlandse ritme te schieten. Vanochtend bijvoorbeeld was iedereen ondanks de rustdag op 6.00 uur op (dat is uitslapen, we staan meestal rond 5.00 op) en stond om 7.00 uur te trappelen voor de ingang van de ontbijtzaal. Gelukkig hebben ze hier ervaring met de TDA-groep, dus binnen een half uur had iedereen zijn ontbijt.
In Lilongwe is verder niet zoveel te zien of te doen, dus dat wordt een rustig dagje met misschien wel als hoogtepunt het uitdelen van 60 fietsen aan drie organisaties. CPAR (Canadese Hulp organisatie), Partners in Health (Gezondheidsorganisatie) en Emmanuel International krijgen elk 20 fietsen. OP die manier kunnen de artsen/verpleegsters en voorlichters veel meer mensen per dag bereiken en zo bijdragen aan en betere gezondheid van de mensen in Zuid-Malawi. OP de foto de vertegen-woordigers van CPAR (links) en Afrobikes (rechts). Afrobikes is de organisatie die de fietsen importeert en waar nodig aanpast aan de lokale omstandigheden.
Misschien een goed moment om iets te vertellen over het geld dat jullie bij elkaar gebracht hebben. Alles bij elkaar is er zo’n 3.600 Euro binnengekomen, goed voor zo’n 45 fietsen. Voor wie de schoen past, allemaal hartelijk bedankt voor jullie bijdrage! Ik heb geprobeerd het geld direct aan één project te koppelen, maar dat is niet gelukt. Het geld maakt nu deel uit van het fonds van de Tour d’Afrique organisatie en wordt gebruikt om op verschillende momenten tijdens de tour fietsen uit te delen. Het blijft leuk om te zien wat je allemaal kunt doen met een fiets in Afrika!
zondag 27 maart 2011
Mbeya
Na drie dagen van luxe, gezelligheid en relaxen viel het niet mee om op de fiets te stappen in de stromende regen op weg van Arusha naar Mbeya. En toen wisten we nog niet wat ons allemaal te wachten stond. Een regenbuitje, dat is prima te doen. Maar als het elke dag regent wordt het wel lastig om alles een beetje droog te houden. En om het feest compleet te maken, de 900 km van Arusha naar Mbeya waren grotendeels onverhard. Dus als het van boven niet nat werd dan kwam het water en de modder wel van onderen (foto). Ik heb helaas geen foto van mijn vieze fiets, maar af en toe was het echt ongelooflijk dat ik überhaupt nog iets van versnellingen en remmen had.
Maar goed met wat improviseren heb ik mijn spullen een beetje droog kunnen houden en mijn fiets schoon genoeg om de remmen en versnellingen te laten werken. De laatste dag richting Mbeya was met recht een slotakkoord. 111 km onverhard, rotsachtig, met flink wat klimmen en een hoogste punt van 2961 m. Na 7 dagen was dat flink afzien met dieptepunten van 6 á 7 km per uur. Het uitzicht vanaf de top was wel adembenemend (foto). Eind goed al goed en vandaag is iedereen weer druk in de weer met wassen, fietsonderhoud en internet gebeuren.
De regen was ook wel weer een aardige test voor het groepsgebeuren. Het was deze week merkbaar stiller in het kamp. En als het regent zoekt iedereen nog wat eerder na het avondeten zijn eigen tent weer op. Misschien was het ook het besef dat we wel op de helft zijn, maar nog lang niet in Kaapstad, dat de stemming ook een beetje drukte. Steve één van de chauffeurs voelde dat wel aan en heeft flink op zijn gitaar lopen spelen om de stemming er een beetje in te houden. En pittige etappes als die naar Mbeya zijn ook altijd goed voor de onderlinge solidariteit en een gevoel van overwinning als het leed weer geleden is.
Vanaf morgen zitten we voorlopig weer op asfaltwegen. Op zich lekker omdat het makkelijk fietst, maar het wordt ook al gauw een beetje saai. Het grote voordeel van onverharde wegen is dat je continu bezig bent om het beste pad te vinden en dan vliegt de tijd. Tot zover een korte update. Straks even met Janneke (vriendin van Charlotte, werkt in Mbeya) op stap om de stad en omgeving een beetje te verkennen.
donderdag 17 maart 2011
Nairobi/Arusha
Na Marsabit was het nog één dagje bikkelen tot aan het begin van de asfaltweg. Het ziet ernaar uit dat er toch een snelle verbinding komt tussen Nairobi en Addis Abeba. Met af en toe wat heuvels en mooie beekdalen is het lekker fietsen in een steeds groener en rijker wordende omgeving. De vergezichten op de hoogste bergen van Afrika, Mt Kenia (foto), Mt Meru en de Kilimanjaro (als altijd in de wolken) zijn ronduit indrukwekkend.
Fruit en yoghurt bij het ontbijt zijn de luxe dingen die zo weer binnen handbereik komen. De ‘campings’ veranderen ook langzaam, van kale open plekken tussen niks en nergens, tot volwaardige campings met warme douches en echte WC’s. Het schijnt dat de campings richting Kaapstad over het algemeen beter zijn dan richting Cairo. En volgens oud-deelnemers hebben we qua fietsen ook het zwaarste deel (qua klimmen, hitte, slechte wegen et cetera) inmiddels gehad.
Onderweg vanaf Marsabit hadden de Kenianen nog een nare verrassing voor ons in petto. Een groepje van zes rijders is overvallen, waarschijnlijk door een paar mensen uit een dorpje langs de weg. Door de droogte van het afgelopen jaar is de nood hoog en wordt het verkeer op de A2 (Addis naar Nairobi) regelmatig overvallen. Uit vorige jaren was wel bekend dat de bevolking in Noord-Kenia minder vriendelijk tegenover reizigers staat (fotograferen wordt niet op prijs gesteld, omdat het de ziel uit de mens wegneemt) . Maar de dagelijkse check van de organisatie bij de politie had geen signalen opgeleverd dat extra beveiliging nodig was.
Ondanks veel intimidatie zijn de meeste slachtoffers er met een paar schrammen en blauwe plekken (maar zonder geld, camera’s en telefoons) vanaf gekomen. Een hele schrik voor de organisatie en de groep, maar na een paar dagen is het ergste leed wel geleden. Een nare ervaring, maar de groep kan inmiddels wel een stootje hebben en is er per saldo sterker van geworden.
Nairobi was een oase van luxe na twee maanden fietsen door Noordoost Afrika. IJs, elektronica en reserveonderdelen voor de fiets, alles is weer even in ruime mate beschikbaar. Veel mensen combineren de rustdag in Nairobi met de drie rustdagen in Arusha (Tanzania) en nemen een weekje vrij voor een safari of een reisje naar Zanzibar.
Charlotte is voor de gelegenheid ook overgekomen uit Congo en heeft meegefietst (foto) van Nairobi naar Arusha. Erg gezellig en leuk om een beetje de ervaring van de Tour te kunnen delen. Twee stevige etappes van 160 en 120 km met een beetje klimmen, gravel en hectisch verkeer bij binnenkomst van Arusha hebben Charlotte een aardig Tour-gevoel gegeven, inclusief zadelpijn :-) De dagen in Arusha hebben we doorgebracht op de Moivaro-lodge. Een hotel/huisjespark op een oude koffieplantage dichtbij Arusha. Heerlijk om drie dagen even niet op de fiets te hoeven zitten en alle tijd te hebben voor een beetje bijpraten, lezen, e-mailen en (zwem)bad en een bezoekje aan Tjerk en Marion Scheltema. Tjerk ken nog vanuit Wageningen. Na enige omzwervingen in Zambia, Nigeria en Mozambique heeft hij nu samen met Marion een bloeiend bloemenbedrijf (Multiflower) in Arusha met export van zaden en stekjes over de hele wereld. In 1999 was ik ook in Arusha en stond alles nog in de kinderschoenen. Het is mooi om te zien wat ze in de afgelopen 12 jaar hebben opgebouwd. Binnenkort komen ze weer terug naar Nederland, maar ze blijven betrokken bij het bedrijf in Tanzania. Het Tanzaniaanse personeel is inmiddels zover opgeleid, dat ze de dagelijkse leiding kunnen overnemen. Een experiment dat door collega-telers met argusogen wordt gevolgd.
maandag 7 maart 2011
Marsabit (Kenia)
Na ruim drie weken hebben we afscheid genomen Ethiopië en zijn we Kenia binnen gefietst. De overgang was opmerkelijk, 50 m na de grens hield meteen het asfalt op. Boze tongen beweren dat de Keniaanse overheid niet bereid is de weg te asfalteren omdat er dan een nieuwe handelsroute richting Djibouti ontstaat ten koste van Mombassa. Anyway, zo blijft er voor de Tour d´Afrique en ´mooie´ uitdaging over in Noord-Kenia, vooral de laatste twee dagen richting Marsabit waren een echte beproeving van lichaam, geest en fiets. Fietsen in een oud vulkanisch gebied betekent de strijd aanbinden met grof lavagesteente, diepe sporen, heuvels, harde wind en een graad of 40. Niet voor niets heet de sectie ´Meltdown madness´ (gesmolten gekte).
Vooral de tweede dag was een ware veldslag. De helft van de deelnemers had al gekozen voor een ritje met de vrachtwagen. De rest was en lange dag onderweg om de 86 km af te leggen. Bergop met wind tegen liep de snelheid terug naar 6 á 7 km per uur. Ik haalde uiteindelijk een daggemiddelde van 11 km per uur. Bij die snelheden wordt de stabiliteit op de fiets ook niet beter. En ook ik raakte een paar keer het spoor bijster op een dikke steen, los zand, gravel of bij het wisselen van spoor. IK zal hier niet letterlijk herhalen wat er dan verbaal gebeurt, maar een paar lelijke woorden vallen er dan wel. Maar goed, niets gebroken en verder alleen en paar schrammen en blauwe plekken. Hard werken dus en zeker de moeite waard om een finishfoto aan te wijden. Volgens de organisatie was dit de zwaarste etappe, ik geloof het nog niet, maar we gaan het zien. Nog een weekje doorfietsen en dan hebben we vier rustdagen in Nairobi en Arusha, een prettige onderbreking van de tocht na 8 weken en (dan) ruim 5000 km.
Al fietsend wordt duidelijk dat Zuid-Ethiopië en Noord-Kenia last hebben van een serieus water tekort. De eindeloze stroom mensen, ezels en vrachtwagen beladen met lege en volle jerrycans is onmiskenbaar. Ook voor ons is het watertekort merkbaar. Mensen langs de kant van de weg vragen om water en dorpen weigeren soms om water af te staan aan onze vrachtwagens. Dat betekent dus ook voor ons dat water op rantsoen is. Dus geen water om je te wassen (babydoekjes gebruiken dus) en beperkt water voor afwassen en dergelijke. Op zich prima mee te leven, maar na zeven dagen fietsen is een douche bij de zusters in Marsabit wel erg fijn.
Arba Minch
Ik heb het lang uit kunnen stellen, maar deze week was ook ik echt aan de beurt, voedselvergiftiging! Na een nacht rondspoken kon ik wel weer een beetje eten en drinken, maar ik was nog wel zo slapjes dat ik een dagje met de vrachtwagen heb meegereden (foto van mijn fiets op de vrachtwagen).
Ik voelde mij de volgende dag alweer een stuk beter, maar om dan meteen weer flink in de beugels te moeten voor 130 km met de nodige klimmen, dat valt nog niet mee. Inmiddels is het een paar dagen later. We zijn in Arba Minch in Zuid-Ethiopië aangekomen en hebben er nu 4.000 km opzitten. Arba Minch is een aardig plaatsje met bergen en twe meren, dus prima potentie voor toeristische ontwikkelingen zeker als ze water en stroom kunnen garanderen :-) Nog een paar dagen Ethiopië en dan gaan we in Kenia verder. Ik ben benieuwd hoe het landschap zich daar verder ontwikkeld. Ook hoop dat ik dan ook zelf weer toegang heb tot mijn weblog en jullie reacties kan lezen, mailen kan natuurlijk ook. De afgelopen dagen zijn we in steeds dichtere begroeiing terecht gekomen bananenplantages, mango’s en veel meer dieren zoals apen. Al met al en prachtig land Ethiopië, maar de meeste mensen in de groep hebben nu echt wel genoeg van de kinderen die stenen blijven gooien en blijven roepen om geld. Daar staan natuurlijk ook heel veel spontane en leuke reacties tegenover . Maar het is toch op zijn minst verbazingwekkend dat de nare elementen zo wijd verspreid zijn.
Ik heb mijzelf voor de rustdag maar eens getrakteerd op een hotel. En ik moet toegeven, zo’n echt bed dat doet wonderen na 6 weken kamperen. Vanochtend een lekker ontbijtje met country&western muziek op de achtergrond, een poster voor peace in Ethiopië en een serveerster die rondloopt in een T-shirt als vrijwilliger van een Amerikaans popfestival, waarschijnlijk uit een of andere kledingactie!
Aan het toenemend aantal geboekte hotelkamers is te zien dat er langzamerhand enige vermoeidheid in de groep sluipt. Bergen, hitte, ziekte en ander ongemakken hebben de afgelopen weken wel duidelijk gemaakt dat het echt iets anders is dan een rondje over de Veluwe. Over twee weken hebben we een aantal rustdagen achter elkaar in Nairobi en Arusha (Tanzania). Velen plakken er nog een paar dagen achteraan voor een midweekje Zanzibar of een uitgebreide Safari. Charlotte komt dan ook een weekje langs, maar die wil natuurlijk meefietsen! Lijkt mij erg gezellig, ik kijk er naar uit zo halverwege de tour.
Addis Abeba
Na een klein weekje kuitenbijten zijn we van Bahir Dar in Addis Abeba aangekomen. En met kuiten bijten bedoel ik ook echt kuiten bijten. Vijf etappes met 1500 -2500 hoogtemeters (klimmen dus) en gemiddeld ruim 100 km. De hellingpercentages liggen zo rond de 8% en als toetje is er regelmatig een stuk hobbelig asfalt of gravel.
Hoogtepunt van dit weekje was wel de tijdrit in de Blue Nile Gorge (foto). Onderdeel van een uitgestrekt canyonlandschap rondom de Blauwe Nijl, die bij Khartoem samensmelt met de Witte Nijl. Schitterend landschap om doorheen te fietsen, maar af en toe wel flink afzien. Tot mijn verrassing zag ik ergens halverwege de week een compleet Nederlandse veestapel in de bergen rondlopen (foto). Kennelijk is het klimaat hier voldoende gematigd om de Holstein-Frisian, zonder mix met lokale rassen, rond te laten lopen. Een aparte gewaarwording, dat wel.
Ik had bedacht dat de tijdrit een mooie gelegenheid was om mijzelf even te testen. Nou dat heb ik geweten, 20 km berg op, 1600 m klimmen, gemiddeld zo’n 8%, hier en daar slecht wegdek en circa 30 graden. Na 2 uur en 17 minuten was het beste er echt wel af :-). De winnende tijd was 1 uur 22, de langzaamste rijder was met pauzes circa 5 uur onderweg en circa 15 rijders hebben deze uitdaging aan zich voorbij laten gaan.
Dat is ook wel een beetje het algemene beeld van de sfeer in de groep. Steeds meer mensen nemen de tijd om onderweg te genieten van de omgeving, een coke/koffie stop of een uitgebreide lunch terwijl in het begin toch vrijwel iedereen zo snel mogelijk van A naar B fietste. Ik zie ook steeds meer mensen een beetje van dag tot dag leven (mijzelf inclusief). De etappe van morgen is ver weg en gisteren lijkt al weer lang geleden. Wat mij betreft een prima manier om uiteindelijk de 12.000 km van Cairo naar Kaapstad af te leggen. Overigens hebben we inmiddels zo’n 3600 km afgelegd. Dus het begint wat te worden. De komende weken hebben we nog pittige etappes in Ethiopie (klimmen) en Noord-Kenia te gaan. Daarna schijnen de etappes over het algemeen lichter maar wel weer langer te worden met de langste etappe (mee dan 200 km) ergens in Botswana. Later meer hierover, vanmiddag eerst maar eens even in Addis Abeba rondkijken (nadat de vaste routine op een rustdag - kleren wassen, fietsonderhoud, apparaten opladen en internet bijwerken - is afgerond).
Qua gezondheid lijkt de griep/maag/darmstoornis golf achter de rug. Wel zijn er en paar lelijke valpartijen geweest, als gevolg van botsingen met mensen, ezels, schapen of koeien. Vooral bij het afdalen is het zaak om de hand op de rem te houden. Mensen en deren lopen overal kris kras over de weg. Alleen bij flink getoeter gaan mens en dier een stap opzij. Maar stille en snelle fietsers zitten niet echt in het systeem en schreeuwen helpt niet echt.
donderdag 17 februari 2011
Lake Tana (Bahir Dar)
Na de acht dagen vanaf Khartoem nu een heel korte etappe van slechts twee dagen van Gonder naar Lake Tana. De etappe-indeling is niet altijd even goed te volgen. Maar goed, voor velen was het wel erg prettig want de maag- en darmproblemen heersen nog steeds. Ondanks dat – en de lastige kinderen even vergetend - is het heerlijk fietsen in Ethiopië. Lekkere temperatuur, fraai landschap en niet al te steile hellingen. Bahir Dar aan Lake Tana is vooral bekend van de drie kloosters op een paar eilandjes. Ze staan op de werelderfgoed lijst, en zijn dus eigenlijk verplichte kost. Maar na eerdere ervaringen met zeer langdradige tours in Egypte, heb ik besloten om deze attractie maar te laten lopen en lekker het stadje te verkennen, mijn e-mail een beetje bij te werken en misschien nog een fietstochtje te maken naar de watervallen.
Om de moraal na alle ziektegevallen weer een beetje op te poetsen, had de organisatie ook bedacht om een feestje te organiseren. Thema van het feest ‘Where are you go’ Dat is wat de kinderen meestal roepen naast you, you, you en money, money, money. Tot mijn verrassing was bijna iedereen verkleed. Zelf had ik mij in de oranje tape gewikkeld die ze normaal gebruiken om de route mee te markeren. Pete the plumber (hij is ook echt loodgieter) uit Zuid-Afrika had er wel helemaal een feest van gemaakt (zie foto). De andere foto geeft een beeld van een ritueel dat we regelmatig aan het eind van de middag zien. Het vee dat richting stal gaat, deze keer met een ezeltje voorop. Ongelooflijk wat ezels kunnen. Ik heb ze gezien in de grote hitte in Soedan maar ook in de kou bergen beklimmend in Bhutan. En altijd met zware lasten.
Wat na drie landen ook opvalt is het verschil in de auto’s die er rondrijden en de spiegel die ze vormen van de geschiedenis van het land. In Egypte rijden nog heel veel oude Peugeot 504 rond, vooral als taxi. Indirect verraden de auto’s een sterke band met Frankrijk in de jaren 70. In Soedan zijn vooral in de touringcars de Chinese invloed onmiskenbaar (ook de snelwegen zijn grotendeels met Chinees geld aangelegd). In Ethiopië is de invloed van de Sovjet-Unie nog duidelijk zichtbaar aan de vele oude bussen gebouwd volgens het robuuste Oostblok model. Geld voor nieuwere modellen is er kennelijk (nog) niet. Tot die tijd is het een kwestie van ‘adem inhouden’ als zo’n bus met roetdampen en al passeert . Maar in alle landen is wel duidelijk dat vanaf de jaren 80 Toyota de slag in Afrika heeft gewonnen. Samen met de Tuc Tuc’s die uit India zijn komen overwaaien.
Tot zover mijn bericht uit Bahir Dar, met dank aan Charlotte want vanuit Ethiopië heb ik helaas geen toegang tot mijn weblog. De website http://www.blogspot.com/ wordt hier geblokkeerd, net als Facebook en LinkedIn in Soedan. In het verleden zijn de sites kennelijk gebruikt om betogingen te organiseren, vandaar de censuur. Via een mailtje naar Kongo lukt het vooralsnog prima om de weblog een beetje actueel te houden.
zondag 13 februari 2011
Gonder (Ethiopië)
Na de eerste schermutselingen in Egypte en Noord-Soedan was het de afgelopen 8 dagen echt andere koek. Sinds Khartoem is het hard werken op de fiets. Lange etappes, hitte (45 graden in de schaduw), tegenwind, slechte wegen met wasbordprofiel en veel klimwerk hebben geleid tot een kleine veldslag in het peloton. Valpartijen, vermoeidheid, diarree, griep en combinaties verplichtten menigeen tot een dagje in de ‘bus’. Nadat ik mijzelf had laten verleiden om een paar dagen met de kopgroep mee te rijden, was ook bij mij de grens wel bereikt. Gelukkig zonder schade aan lijf en leden. De laatste twee dagen in Ethiopië heb ik het weer een beetje rustig aan gedaan en nu met twee rustdagen in het verschiet komt alles weer op zijn pootjes terecht. Veel van geleerd zullen we maar zeggen. Ook de laatste uren op het wasbordprofiel gingen een stuk beter. Door de bandenspanning flink te verlagen wordt het comfort een stuk beter. De kans op lekke banden wordt wel groter, maar met twee lekke banden tot nu toe is ook dat redelijk onder controle.
Ondertussen zijn we in Gonder aangekomen, de hoofdstad van Ethiopië in de 17e eeuw. Volgens de reisgids zijn de restanten van de Koninklijke paleizen zeer de moeite waard. Dat ga ik morgen ontdekken. Vandaag staat in het teken van wassen, fietspoetsen en de contacten met Nederland en Kongo bijwerken.
De overgang van Soedan naar Ethiopië is wel spectaculair. Vrijwel direct na de grens gaat het vlakke woestijnlandschap over in heuvel/bergachtig gebied vergelijkbaar met de Pyreneeën. Hard werken op de fiets maar de beloning in de vorm van schitterende vergezichten maakt het zeer de moeite waard. Door de hoogte zijn de temperaturen hier ook een stuk aangenamer en is er ook veel meer begroeiing. Grote delen van Ethiopië worden voor landbouw gebruikt (koffie, graan en veeteelt), 40% van de bevolking werkt in de landbouw die voor 80% bijdraagt aan de export van het land. Ondanks dat is ondervoeding nog steeds een groot probleem in Ethiopië. Op één van onze kampeerplaatsen, naast een boerderij, hebben we van dichtbij een dagje in het leven van een Ethiopische boer kunnen aanschouwen. Het vrijwel ontbreken van tractoren is daarbij een duidelijk verschil met de landbouw in Soedan.
Het karakter van de bevolking is – merkbaar vanaf de fiets - sterk veranderd. Het enthousiasme voor de fietstocht is over het algemeen groot, maar er zijn ook kinderen die de fietsers vragen om geld of belagen met stokken en stenen. De langzame klimmers hebben het bergop extra zwaar, omdat er kinderen aan hun fiets gaan hangen of al fietsend spullen uit de zadeltasjes pikken. Bij alle mooie kanten van de reis is de ‘roze bril’ met deze kanttekeningen wel snel afgelegd. Tot zover een bericht vanaf het terras van hotel Goha in Gonder, met op de achtergrond een prachtig uitzicht over de stad.
woensdag 2 februari 2011
Khartoem
Weer vier dagen verder zijn we van Dongola naar Khartoem gefietst. Zo’n 500 km, dus keurig volgens het gemiddelde dat ons in 120 dagen naar Kaapstad zal brengen. Inclusief de dagen vanaf Wadi Haifa hebben we zes dagen alleen maar Woestijn gezien. Eerst nog wel langs de Nijl. Dus dan was er af en toe nog wel een overnachting met 'zwembad', maar de laatste vier dagen was het alleen woestijn. Dan is het wel grappig om te zien dat je na een paar dagen al anders naar de woestijn gaat lijken. Het Noordelijk deel van Soedan is meer rots- en bergachtig, tussenin ligt een stuk puur zand, met veel dode kamelen langs de kant van de weg en richting Khartoem wordt het langzaam wat groener met hier en daar een boompje. Het levert in ieder geval vaak mooie foto’s op. Maar helaas af en toe ook een stormachtig windje en dan blijkt de tent toch niet helemaal zandproof :-)
Zes dagen woestijn laten ook zien hoe eenvoudig het leven kan zijn zonder krant, TV, radio et cetera. Af en toe komt er via internet, mail of een telefoontje wel wat informatie door, bijvoorbeeld over de ontwikkelingen in Egypte. Maar voor de rest is het gewoon optaan, fietsen, eten, drinken, slapen en tussendoor tijd voor gezelligheid of voor een goed boek.
De overnachtingen zijn overigens prima verzorgd. Als we aankomen is er altijd soep (nog een voordel als je flink doorfietst is die nog warm), een paar uur later wordt een warme maaltijd geserveerd (meestal pasta of rijst met een goed gevulde saus en af en toe een salade. ’s Ochtends bestaat het ontbijt meestal uit pap of muesli met melk en daarnaast pitabroodjes met pindakaas, honing et cetera.
Verder verloopt de reis nog steeds prima. Het fietsen gaat steeds makkelijker en de zadelpijn is ook een stuk minder geworden, vooral door harder te gaan fietsen. Daarmee zit ik per dag minstens een uur minder in het zadel en de hogere druk op de pedalen verlaagt de druk op het zadel/achterwerk aanmerkelijk. Na twee weken warmdraaien voelde ik mij sterk genoeg om in een snellere groep mee te fietsen. Voor de insiders mijn gemiddelde snelheden zijn opgelopen van 21 km/uur in week één, via 25 km/uur in week twee naar 29 km/uur in week drie. Veel harder zal het voorlopig wel niet gaan. Want over twee dagen gaan we richting Ethiopië met zijn gravelwegen en fraaie heuveltoppen. In combinatie met de gemiddelde temperatuur van 35 graden wordt het dan wel echt anders.
zaterdag 29 januari 2011
Dongola (Soedan)
Na 1400 km fietsen zijn we via Idfa en Aswan in Dongola, een klein plaatsje midden in Soedan, aangekomen. De overgang naar andere streken was in Zuid-Egypte al te merken. Daar wonen vooral Nubiers, diezelfde Nubiers bewonen ook het Noordelijk deel van Soedan. Ten opzichte van de Egyptenaren zijn ze wat minder temperamentvol/opdringerig (in vele opzichten) zeer gastvrij en vriendelijk (dat zijn de Egyptenaren ook) en zeer geinteresseerd in contacten met ons als buitenlanders. Een andere overgang is die van de 'politiestaat' Egypte (ca 4 politieagenten op elk kruispunt) naar de bijna afwezigheid van politie in Soedan. De laatste ontwikkelingen in Egypte lijken ook uit te wijzen waarom. Maar goed wellicht dat schijn bedriegt, want ook Soedan maakt met het referendum over afscheiding van het zuidelijk deel spannende tijden door.
Even terug naar Egypte waar we in Idfa een verrassend mooie tempel hebben kunnen bewonderen, grotendeels opgetrokken uit leemstenen en natuurstenen pilaren. Een foto volgt wellicht later, want het internet in Gondola is zo traag en het rieten stoeltje te pijnlijk om al te lang te blijven zitten.
Aswan is bijna te beschouwen als en Zuideuropese stad met z'n mooie boulevard langs de Nijl, een fraaie bazaar, schone straten en drijvende restaurants. De beroemde Aswan-stuwdam wordt zwaar bewaakt en het fietsen door de woestijn maakt ook wel duidelijk waarom. Wetende dat ook Soedan en Ethiopie druk bezig zijn met het bouwen van stuwdammen in de Nijl zal daar zeker het laatste woord nog niet over gezegd zijn. Het zou mooi zijn als er in goed overleg een oplossing wordt gevonden, want het continent is te mooi om weer terug te vallen in langdurige onderlinge strijd.
Ook in Soedan volgen we grotendeels de Nijl. Zwemmen in en kamperen bij de Nijl is een cadeautje na lange dagen fietsen in oplopende temperaturen. We zitten nu rond de middag ruim boven de dertig graden en het zal nog wel warmer worden. Ondertussen lijkt ook het Afrikaanse leven langzaam in te dalen in de groep. De schema's worden wat losser, het aantal wedstrijdrijders neemt zienderogen af. Op de rustdagen is er meer aandacht voor de omgeving, niet zozeer de highlights maar wel een praatje met de taxichauffeur,een koffie om de hoek en natuurlijk de intensieve zoektochten naar internet. Een en ander geldt natuurlijk ook voor mijzelf, het is vooral heerlijk om zonder 'lijstjes met things to do' door het leven te gaan en lekker te fietsen. Maar goed ik zal ook nog wel eens anders piepen al we de mooie asfaltwegen inruilen voor gravelwegen bergop in Ethipie. Eerst vier mooie fietsdagen voor de boeg richting Kartoem. Wellicht dan meer en foto's als het internet dat toelaat..
Even terug naar Egypte waar we in Idfa een verrassend mooie tempel hebben kunnen bewonderen, grotendeels opgetrokken uit leemstenen en natuurstenen pilaren. Een foto volgt wellicht later, want het internet in Gondola is zo traag en het rieten stoeltje te pijnlijk om al te lang te blijven zitten.
Aswan is bijna te beschouwen als en Zuideuropese stad met z'n mooie boulevard langs de Nijl, een fraaie bazaar, schone straten en drijvende restaurants. De beroemde Aswan-stuwdam wordt zwaar bewaakt en het fietsen door de woestijn maakt ook wel duidelijk waarom. Wetende dat ook Soedan en Ethiopie druk bezig zijn met het bouwen van stuwdammen in de Nijl zal daar zeker het laatste woord nog niet over gezegd zijn. Het zou mooi zijn als er in goed overleg een oplossing wordt gevonden, want het continent is te mooi om weer terug te vallen in langdurige onderlinge strijd.
Ook in Soedan volgen we grotendeels de Nijl. Zwemmen in en kamperen bij de Nijl is een cadeautje na lange dagen fietsen in oplopende temperaturen. We zitten nu rond de middag ruim boven de dertig graden en het zal nog wel warmer worden. Ondertussen lijkt ook het Afrikaanse leven langzaam in te dalen in de groep. De schema's worden wat losser, het aantal wedstrijdrijders neemt zienderogen af. Op de rustdagen is er meer aandacht voor de omgeving, niet zozeer de highlights maar wel een praatje met de taxichauffeur,een koffie om de hoek en natuurlijk de intensieve zoektochten naar internet. Een en ander geldt natuurlijk ook voor mijzelf, het is vooral heerlijk om zonder 'lijstjes met things to do' door het leven te gaan en lekker te fietsen. Maar goed ik zal ook nog wel eens anders piepen al we de mooie asfaltwegen inruilen voor gravelwegen bergop in Ethipie. Eerst vier mooie fietsdagen voor de boeg richting Kartoem. Wellicht dan meer en foto's als het internet dat toelaat..
vrijdag 21 januari 2011
Luxor
De eerste week zit er op. Het materiaal, de benen en niet te vergeten het zitvlak zijn getest. In mijn geval is het allemaal goed uitgepakt tot nu toe. De fiets doet het prima, de benen worden elke dag sterker alleen het achterwerk heeft duidelijk nog te weinig kilomters in de benen. Maar goed, er zijn ook andere verhalen van gebroken, gebogen wielen, ernstig krakende trapassen en achillespezen die een beetje stijf beginnen te worden.
Maar alles bij elkaar zit iedereen nog op de fiets en hebben we inmiddels bijna 800 km achter de kiezen. Eerst door de chaos Cair uit zien te komen en daarna bijna 600 km langs de Rode Zee. Met rechts veel woestijn en bergen op de achtergrond en links af en toe een blik op de Rode Zee. Kamperen gebeurt meestal langs de kant van de weg bij een politiepost. Groot voor deel is dat de telefoons daar allemaal prima bereik hebben. De laatste avond aan de Rode Zee was een cadeautje. In Safaga hadden we zon, zee, strand, toilet, stromend water en een heerlijke barbecue.
Vanuit Safaga zijn we in twee dagen naar Luxor gefietst. De meesten kamperen gewoon op een minicamping in de stad, maar velen konden de verleiding van een hotelkamer niet weerstaan. Gistermiddag de stad een beetje verkend en zowaar een heerlijk zeiltochtje gemaakt in een Felucca. Het bloed kruipt ook in Egypte een beetje waar het niet gaan kan.
Vandaag de Koningsvallei, Koninginnevallei en tempel van Netamsud bekeken. Indrukwekkende omgeving en prachtige uitzichten vanaf de heuvel op de dal van de Nijl met zijn messcherpe overgang. Daar waar geen irrigatie is, begint meteen de dorre vlakte. In het bijprogramma hebben de Egyptenaren erg hun best gedaan om ons een paar dollars te ontfutselen. Meestal lukt dat wel aardig, maar het toneelspel van de ambachtelijke steenhouwerij was wel zo weinig overtuigend dat we complete excursiegroep hen met lege handen heeft achtergelaten.
Ter afronding misschien nog iets over het dagelijks leven in de tour. Het is hier werken met het daglicht, dus vroeg uit de veren.Om half zes start de vrachtwagen (onze wekker) en begin het inpakken. Om zes uur ontbijt en dan vanaf half zeven alles in de vrachtwagen laden en rond 7 uur zitten we dan op de fiets. Vaak eerst nog flink ingepakt want 's ochtends is het vaak maar een graad of 5. Afhankelijk van de lengte van de etappe komen de recreanten zoals ik tussen 12.00 en 16.00 uur aan in het kamp. Tent opzetten, uitpakken, wassen, een beetje fietspoetsen en dan rond 18.00 uur eten. Om 19.00 uur vertrekt iedereen wel zo'n beetje richting tent om nog een beetje te lezen, muziek te luisteren of de digitale post bij te werken. Maar om 19.30 uur is het wel echt rustig in het kamp.
Maar alles bij elkaar zit iedereen nog op de fiets en hebben we inmiddels bijna 800 km achter de kiezen. Eerst door de chaos Cair uit zien te komen en daarna bijna 600 km langs de Rode Zee. Met rechts veel woestijn en bergen op de achtergrond en links af en toe een blik op de Rode Zee. Kamperen gebeurt meestal langs de kant van de weg bij een politiepost. Groot voor deel is dat de telefoons daar allemaal prima bereik hebben. De laatste avond aan de Rode Zee was een cadeautje. In Safaga hadden we zon, zee, strand, toilet, stromend water en een heerlijke barbecue.
Vanuit Safaga zijn we in twee dagen naar Luxor gefietst. De meesten kamperen gewoon op een minicamping in de stad, maar velen konden de verleiding van een hotelkamer niet weerstaan. Gistermiddag de stad een beetje verkend en zowaar een heerlijk zeiltochtje gemaakt in een Felucca. Het bloed kruipt ook in Egypte een beetje waar het niet gaan kan.
Vandaag de Koningsvallei, Koninginnevallei en tempel van Netamsud bekeken. Indrukwekkende omgeving en prachtige uitzichten vanaf de heuvel op de dal van de Nijl met zijn messcherpe overgang. Daar waar geen irrigatie is, begint meteen de dorre vlakte. In het bijprogramma hebben de Egyptenaren erg hun best gedaan om ons een paar dollars te ontfutselen. Meestal lukt dat wel aardig, maar het toneelspel van de ambachtelijke steenhouwerij was wel zo weinig overtuigend dat we complete excursiegroep hen met lege handen heeft achtergelaten.
Ter afronding misschien nog iets over het dagelijks leven in de tour. Het is hier werken met het daglicht, dus vroeg uit de veren.Om half zes start de vrachtwagen (onze wekker) en begin het inpakken. Om zes uur ontbijt en dan vanaf half zeven alles in de vrachtwagen laden en rond 7 uur zitten we dan op de fiets. Vaak eerst nog flink ingepakt want 's ochtends is het vaak maar een graad of 5. Afhankelijk van de lengte van de etappe komen de recreanten zoals ik tussen 12.00 en 16.00 uur aan in het kamp. Tent opzetten, uitpakken, wassen, een beetje fietspoetsen en dan rond 18.00 uur eten. Om 19.00 uur vertrekt iedereen wel zo'n beetje richting tent om nog een beetje te lezen, muziek te luisteren of de digitale post bij te werken. Maar om 19.30 uur is het wel echt rustig in het kamp.
vrijdag 14 januari 2011
Cairo
Na een paar hectische laatste dagen was het afgelopen woensdag 12 januari dan eindelijk zover. Om 11.00 uur zat ik in het vliegtuig via Parijs naar Cairo. Prima vlucht en rond 19.30 uur met een half uurtje vertraging geland op Cairo Airport. Onderweg had ik al en paar Canadse medefietsers ondekt in het vliegtuig. Leuk om alvast kennis te maken en te horen hoe iedereen zich voorbereid heeft. Een ding is duidelijk er is een aantal mensen met veel meer kilometers in de benen dan ik. Jean uit Canada heeft in de zomer nog even 25 dagen gemiddeld 200 km per dag gefietst. Enfin, ik zal fietsende weg ook wel in vorm raken.
De kennismaking met Cairo was klassiek. Met de taxi door het verkeer zien te komen lijkt een hele kunst. Voor extra rijstroken hebben ze hier geen m.e.r-procedure nodig. Een beetje duwen en je er tussen wurmen en dan heb je gewoon een extra rijbaan. De claxon is daarbij onmisbaar, de meerwaarde van knipperlichten valt hier sterk te betwijfelen, remlichten daarentegen blijken een waardevolle toevoeging aan de auto's.
Na een nachtje bijslapen de fiets weer een beetje in elkaar geschroefd. Alles is heel en goed aangekomen en dat kan lang niet iedereen zeggen. Mike uit de VS zijn fiets is zoekgeraakt, wat hem al snel de nickname Mike with no bike opleverde. En Maarten (NL) zijn achterwiel kwam dubbelgevouwen uit de doos. Na twee dagen heeft iedereen wel zijn materiaal weer op orde. Er blijkt sinds kort een echte fietsenzaak in Cairo te zitten.
Ons kennsimakingsritje richting Gyza? pyramide gistermiddag halverwege afgbroken. We waren te laat vertrokken en raakten met een groep van 70 fietsers hopeloos verstrikt in het verkeer (foto). In ieder geval een leuke kennismaking met het verkeer vanaf de fiets. De Egyptenaren zijn erge enthousiast, maar dat betekent nog niet dat ze de fietsers ook de ruimte geven. Ik zal blij zijn als we Cairo hebben verlaten en lekker door kunnen fietsen.
De kennismaking met Cairo was klassiek. Met de taxi door het verkeer zien te komen lijkt een hele kunst. Voor extra rijstroken hebben ze hier geen m.e.r-procedure nodig. Een beetje duwen en je er tussen wurmen en dan heb je gewoon een extra rijbaan. De claxon is daarbij onmisbaar, de meerwaarde van knipperlichten valt hier sterk te betwijfelen, remlichten daarentegen blijken een waardevolle toevoeging aan de auto's.
Na een nachtje bijslapen de fiets weer een beetje in elkaar geschroefd. Alles is heel en goed aangekomen en dat kan lang niet iedereen zeggen. Mike uit de VS zijn fiets is zoekgeraakt, wat hem al snel de nickname Mike with no bike opleverde. En Maarten (NL) zijn achterwiel kwam dubbelgevouwen uit de doos. Na twee dagen heeft iedereen wel zijn materiaal weer op orde. Er blijkt sinds kort een echte fietsenzaak in Cairo te zitten.
Ons kennsimakingsritje richting Gyza? pyramide gistermiddag halverwege afgbroken. We waren te laat vertrokken en raakten met een groep van 70 fietsers hopeloos verstrikt in het verkeer (foto). In ieder geval een leuke kennismaking met het verkeer vanaf de fiets. De Egyptenaren zijn erge enthousiast, maar dat betekent nog niet dat ze de fietsers ook de ruimte geven. Ik zal blij zijn als we Cairo hebben verlaten en lekker door kunnen fietsen.
Abonneren op:
Posts (Atom)