zondag 27 maart 2011

Mbeya


Na drie dagen van luxe, gezelligheid en relaxen viel het niet mee om op de fiets te stappen in de stromende regen op weg van Arusha naar Mbeya. En toen wisten we nog niet wat ons allemaal te wachten stond. Een regenbuitje, dat is prima te doen. Maar als het elke dag regent wordt het wel lastig om alles een beetje droog te houden. En om het feest compleet te maken, de 900 km van Arusha naar Mbeya waren grotendeels onverhard. Dus als het van boven niet nat werd dan kwam het water en de modder wel van onderen (foto). Ik heb helaas geen foto van mijn vieze fiets, maar af en toe was het echt ongelooflijk dat ik überhaupt nog iets van versnellingen en remmen had.
Maar goed met wat improviseren heb ik mijn spullen een beetje droog kunnen houden en mijn fiets schoon genoeg om de remmen en versnellingen te laten werken. De laatste dag richting Mbeya was met recht een slotakkoord. 111 km onverhard, rotsachtig, met flink wat klimmen en een hoogste punt van 2961 m. Na 7 dagen was dat flink afzien met dieptepunten van 6 á 7 km per uur. Het uitzicht vanaf de top was wel adembenemend (foto). Eind goed al goed en vandaag is iedereen weer druk in de weer met wassen, fietsonderhoud en internet gebeuren.
De regen was ook wel weer een aardige test voor het groepsgebeuren. Het was deze week merkbaar stiller in het kamp. En als het regent zoekt iedereen nog wat eerder na het avondeten zijn eigen tent weer op. Misschien was het ook het besef dat we wel op de helft zijn, maar nog lang niet in Kaapstad, dat de stemming ook een beetje drukte. Steve één van de chauffeurs voelde dat wel aan en heeft flink op zijn gitaar lopen spelen om de stemming er een beetje in te houden. En pittige etappes als die naar Mbeya zijn ook altijd goed voor de onderlinge solidariteit en een gevoel van overwinning als het leed weer geleden is.
Vanaf morgen zitten we voorlopig weer op asfaltwegen. Op zich lekker omdat het makkelijk fietst, maar het wordt ook al gauw een beetje saai. Het grote voordeel van onverharde wegen is dat je continu bezig bent om het beste pad te vinden en dan vliegt de tijd. Tot zover een korte update. Straks even met Janneke (vriendin van Charlotte, werkt in Mbeya) op stap om de stad en omgeving een beetje te verkennen.

donderdag 17 maart 2011

Nairobi/Arusha

Na Marsabit was het nog één dagje bikkelen tot aan het begin van de asfaltweg. Het ziet ernaar uit dat er toch een snelle verbinding komt tussen Nairobi en Addis Abeba. Met af en toe wat heuvels en mooie beekdalen is het lekker fietsen in een steeds groener en rijker wordende omgeving. De vergezichten op de hoogste bergen van Afrika, Mt Kenia (foto), Mt Meru en de Kilimanjaro (als altijd in de wolken) zijn ronduit  indrukwekkend.
Fruit en yoghurt bij het ontbijt zijn de luxe dingen die zo weer binnen handbereik komen. De ‘campings’ veranderen ook langzaam, van kale open plekken tussen niks en nergens, tot volwaardige campings met warme douches en echte WC’s. Het schijnt dat de campings richting Kaapstad over het algemeen beter zijn dan richting Cairo. En volgens oud-deelnemers hebben we qua fietsen ook het zwaarste deel (qua klimmen, hitte, slechte wegen et cetera) inmiddels gehad.
Onderweg vanaf Marsabit hadden de Kenianen nog een nare verrassing voor ons in petto. Een groepje van zes rijders is overvallen, waarschijnlijk door een paar mensen uit een dorpje langs de weg. Door de droogte van het afgelopen jaar is de nood hoog en wordt het verkeer op de A2 (Addis naar Nairobi) regelmatig overvallen. Uit vorige jaren was wel bekend dat de bevolking in Noord-Kenia minder vriendelijk tegenover reizigers staat (fotograferen wordt niet op prijs gesteld, omdat het de ziel uit de mens wegneemt) . Maar de dagelijkse check van de organisatie bij de politie had geen signalen opgeleverd dat extra beveiliging nodig was.
Ondanks veel intimidatie zijn de meeste slachtoffers er met een paar schrammen en blauwe plekken (maar zonder geld, camera’s en telefoons) vanaf gekomen. Een hele schrik voor de organisatie en de groep, maar na een paar dagen is het ergste leed wel geleden. Een nare ervaring, maar de groep kan inmiddels wel een stootje hebben en is er per saldo sterker van geworden.
Nairobi was een oase van luxe na twee maanden fietsen door Noordoost Afrika. IJs, elektronica en reserveonderdelen voor de fiets, alles is weer even in ruime mate beschikbaar. Veel mensen combineren de rustdag in Nairobi met de  drie rustdagen in Arusha (Tanzania) en nemen een weekje vrij voor een safari of een reisje naar Zanzibar.
Charlotte is voor de gelegenheid ook overgekomen uit Congo en heeft meegefietst (foto) van Nairobi naar Arusha. Erg gezellig en leuk om een beetje  de ervaring van de Tour te kunnen delen. Twee stevige etappes van 160 en 120 km met een beetje klimmen, gravel en hectisch verkeer bij binnenkomst van Arusha hebben Charlotte een aardig Tour-gevoel gegeven, inclusief zadelpijn :-) De dagen in Arusha hebben we doorgebracht op de Moivaro-lodge. Een hotel/huisjespark op een oude koffieplantage dichtbij Arusha. Heerlijk om drie dagen even niet op de fiets te hoeven zitten en alle tijd te hebben voor een beetje bijpraten, lezen, e-mailen en (zwem)bad en een bezoekje aan Tjerk en Marion Scheltema. Tjerk ken nog vanuit Wageningen. Na enige omzwervingen in Zambia, Nigeria en Mozambique heeft hij nu samen met Marion een bloeiend bloemenbedrijf (Multiflower) in Arusha met export van zaden en stekjes over de hele wereld.  In 1999 was ik ook in Arusha en stond alles nog in de kinderschoenen. Het is mooi om te zien wat ze in de afgelopen 12 jaar hebben opgebouwd. Binnenkort komen ze weer terug naar Nederland, maar ze blijven betrokken bij het bedrijf in Tanzania. Het Tanzaniaanse personeel is inmiddels zover opgeleid, dat ze de dagelijkse leiding kunnen overnemen. Een experiment dat door collega-telers met argusogen wordt gevolgd.

maandag 7 maart 2011

Marsabit (Kenia)



Na ruim drie weken hebben we afscheid genomen Ethiopië en zijn we Kenia binnen gefietst. De overgang was opmerkelijk, 50 m na de grens hield meteen het asfalt op. Boze tongen beweren dat de Keniaanse overheid niet bereid is de weg te asfalteren omdat er dan een nieuwe handelsroute richting Djibouti ontstaat ten koste van Mombassa.  Anyway, zo blijft er voor de Tour d´Afrique en ´mooie´ uitdaging over in Noord-Kenia, vooral de laatste twee dagen richting Marsabit waren een echte beproeving van lichaam, geest en fiets. Fietsen in een oud vulkanisch gebied betekent de strijd aanbinden met grof lavagesteente, diepe sporen, heuvels, harde wind en een graad of 40. Niet voor niets heet de  sectie ´Meltdown madness´ (gesmolten gekte).
Vooral de tweede dag was een ware veldslag. De helft van de deelnemers had al gekozen voor een ritje met de vrachtwagen. De rest was en lange dag onderweg om de 86 km af te leggen. Bergop met wind tegen liep de snelheid terug naar 6 á 7 km per uur. Ik haalde uiteindelijk een daggemiddelde van 11 km per uur. Bij die snelheden wordt de stabiliteit op de fiets ook niet beter. En ook ik raakte een paar keer het spoor bijster op een dikke steen, los zand, gravel of bij het wisselen van spoor. IK zal hier niet letterlijk herhalen wat er dan verbaal gebeurt, maar een paar lelijke woorden vallen er dan wel. Maar goed, niets gebroken en verder alleen en paar schrammen en blauwe plekken. Hard werken dus en zeker de moeite waard om een finishfoto aan te wijden. Volgens de organisatie was dit de zwaarste etappe, ik geloof het nog niet, maar we gaan het zien. Nog een weekje doorfietsen en dan hebben we vier rustdagen in Nairobi en Arusha, een prettige onderbreking van de tocht na 8 weken en (dan) ruim 5000 km.
Al fietsend wordt duidelijk dat Zuid-Ethiopië en Noord-Kenia last hebben van een serieus water tekort. De eindeloze stroom mensen, ezels en vrachtwagen beladen met  lege en volle jerrycans is onmiskenbaar. Ook voor ons is het watertekort merkbaar. Mensen langs de kant van de weg vragen om water en dorpen weigeren soms om water af te staan aan onze vrachtwagens. Dat betekent dus ook voor ons dat water op rantsoen is. Dus geen water om je te wassen (babydoekjes gebruiken dus) en beperkt water voor afwassen en dergelijke. Op zich prima mee te leven, maar na zeven dagen fietsen is een douche bij de zusters in Marsabit wel erg fijn.
Tot zover een kort bericht uit Marsabit, met en beetje goede wil kan ik het nu weer zelf op mijn weblog plaatsen.

Arba Minch



Ik heb het lang uit kunnen stellen, maar deze week was ook ik echt aan de beurt, voedselvergiftiging! Na een nacht rondspoken kon ik wel weer een beetje eten en drinken, maar ik was nog wel zo slapjes dat ik een dagje met de vrachtwagen heb meegereden (foto van mijn fiets op de vrachtwagen).
Ik voelde mij de volgende dag alweer een stuk beter, maar om dan meteen weer flink in de beugels te moeten voor 130 km met de nodige klimmen, dat valt nog niet mee. Inmiddels is het een paar dagen later. We zijn in Arba Minch in Zuid-Ethiopië aangekomen en hebben er nu 4.000 km opzitten.  Arba Minch is een aardig plaatsje met bergen en twe meren, dus prima potentie voor toeristische ontwikkelingen zeker als ze water en stroom kunnen garanderen :-) Nog een paar dagen Ethiopië en dan gaan we in Kenia verder. Ik ben benieuwd hoe het landschap zich daar verder ontwikkeld.  Ook hoop dat ik dan ook zelf weer toegang heb tot mijn weblog en jullie reacties kan lezen, mailen kan natuurlijk ook. De afgelopen dagen zijn we in steeds dichtere begroeiing terecht gekomen bananenplantages, mango’s en veel meer dieren zoals apen. Al met al en prachtig land Ethiopië, maar de meeste mensen in de groep hebben nu echt wel genoeg van de kinderen die stenen blijven gooien en blijven roepen om geld. Daar staan natuurlijk ook heel veel spontane en leuke reacties tegenover . Maar het is toch op zijn minst verbazingwekkend dat de nare elementen zo wijd verspreid zijn.
Ik heb mijzelf voor de rustdag maar eens getrakteerd op een hotel. En ik moet toegeven, zo’n echt bed dat doet wonderen na 6 weken kamperen. Vanochtend een lekker ontbijtje met country&western muziek op de achtergrond, een poster voor peace in Ethiopië en een serveerster die rondloopt in een T-shirt als vrijwilliger van een  Amerikaans popfestival, waarschijnlijk uit een of andere kledingactie!
Aan het toenemend aantal geboekte hotelkamers is te zien dat er langzamerhand enige vermoeidheid in de groep sluipt. Bergen, hitte, ziekte en ander ongemakken hebben de afgelopen weken wel duidelijk gemaakt dat het echt iets anders is dan een rondje over de Veluwe. Over twee weken hebben we een aantal rustdagen achter elkaar in Nairobi en Arusha (Tanzania). Velen plakken er nog een paar dagen achteraan voor een midweekje Zanzibar of een uitgebreide Safari.  Charlotte komt dan ook een weekje langs, maar die wil natuurlijk meefietsen! Lijkt mij erg gezellig, ik kijk er naar uit zo halverwege de tour.
Tot zover een kort bericht uit Arba Minch, nu eerst op zoek naar een internetverbinding en beltegoed om de communicatie met de rest van de wereld mogelijk te maken.

Addis Abeba


Na een klein weekje kuitenbijten zijn we van Bahir Dar in Addis Abeba aangekomen. En met kuiten bijten bedoel ik ook echt kuiten bijten. Vijf etappes met 1500 -2500 hoogtemeters (klimmen dus) en gemiddeld ruim 100 km. De hellingpercentages liggen zo rond de 8% en als toetje is er regelmatig een stuk hobbelig asfalt of gravel.
Hoogtepunt van dit weekje was wel de tijdrit in de Blue Nile Gorge (foto). Onderdeel van een uitgestrekt canyonlandschap rondom de Blauwe Nijl, die bij Khartoem samensmelt met de Witte Nijl. Schitterend landschap om doorheen te fietsen, maar af en toe wel  flink afzien. Tot mijn verrassing zag ik ergens halverwege de week een compleet Nederlandse veestapel in de bergen rondlopen (foto). Kennelijk is het klimaat hier voldoende gematigd om de Holstein-Frisian, zonder mix met lokale rassen, rond te laten lopen. Een aparte gewaarwording, dat wel.
Ik had bedacht dat de tijdrit een mooie gelegenheid was om mijzelf even te testen. Nou dat heb ik geweten, 20 km berg op, 1600 m klimmen, gemiddeld zo’n 8%, hier en daar slecht wegdek en circa 30 graden.  Na 2 uur en 17 minuten was het beste er echt wel af :-). De winnende tijd was 1 uur 22, de langzaamste rijder was met pauzes circa 5 uur onderweg en circa 15 rijders hebben deze uitdaging aan zich voorbij laten gaan.
Dat is ook wel een beetje het algemene beeld van de sfeer in de groep.  Steeds meer mensen nemen de tijd om onderweg te genieten van de omgeving, een coke/koffie stop of een uitgebreide lunch terwijl in het begin toch vrijwel iedereen zo snel mogelijk van A naar B fietste. Ik zie ook steeds meer mensen een beetje van dag tot dag leven (mijzelf inclusief). De etappe van morgen is ver weg  en gisteren lijkt al weer lang geleden. Wat mij betreft een prima manier om uiteindelijk de 12.000 km van Cairo naar Kaapstad af te leggen. Overigens hebben we inmiddels zo’n 3600 km afgelegd. Dus het begint wat te worden. De komende weken hebben we nog pittige etappes in Ethiopie (klimmen) en Noord-Kenia te gaan. Daarna schijnen de etappes over het algemeen lichter maar wel weer langer te worden met de langste etappe (mee dan 200 km) ergens in Botswana. Later meer hierover, vanmiddag eerst maar eens even in Addis Abeba rondkijken (nadat de vaste routine op een rustdag - kleren wassen, fietsonderhoud, apparaten opladen en internet bijwerken -  is afgerond).
Qua gezondheid lijkt de griep/maag/darmstoornis golf achter de rug. Wel zijn er en paar lelijke valpartijen geweest, als gevolg van botsingen met mensen, ezels, schapen of koeien. Vooral bij het afdalen  is het zaak om de hand op de rem te houden. Mensen en deren lopen overal kris kras over de weg. Alleen bij flink getoeter gaan mens en dier een stap opzij. Maar stille en snelle fietsers zitten niet echt in het systeem en schreeuwen helpt niet echt.